Natuurvriendelijk isoleren, vleermuizen, zwaluw en de huismus.

Bij natuurvriendelijk isoleren krijgen de dieren de kans weg te vliegen vóórdat we gaan isoleren. Ook zorgen we voor nieuwe verblijfplaatsen voor de dieren. Dit gebeurt in vier stappen, u hoeft hier zelf niets voor te doen!

 

Onze adviseur adviseert

Naast de isolatie oplossingen adviseert de adviseur ook over de maatregelen van natuurvriendelijk isoleren en brengt precies in kaart hoe dat werkt en welke kosten daarmee gemoeid gaan. Er volgt dan ook een schriftelijk en gespecialiseerde offerte.

Natuurvrij maken

We geven vogels en vleermuizen vóór de isolatie de kans om uit uw woning te vertrekken. Daarvoor maken we de openingen onder de dakrand dicht en plaatsen flappen voor openingen (bijvoorbeeld voor de open stootvoegen) in de spouwmuur. De dieren kunnen dan nog wel naar buiten, maar niet meer terug naar binnen. Dit gebeurt enkele dagen voor het isoleren. Bij het natuurvrij maken, houden we rekening met het broedseizoen van de dieren, met de kraamperiode en winterrust van vleermuizen en zorgen we ook voor toekomstige verblijfplaatsen. Deze worden zoveel mogelijk onzichtbaar in de spouw weggewerkt en uiteraard zonder dat u inlevert op het comfort van isolatie.

Isoleren

Minimaal 5 dagen na het natuurvrij maken van de woning komen we langs om uw woning te isoleren. Dit gebeurt meestal in 1 dag.

Melding

Voor het isoleren van woningen met vogels of vleermuizen is ontheffing van de Wet natuurbescherming nodig. Bij gemeentes die een ontheffing hebben, is het voor u als woningeigenaar verplicht om uw woning op een natuurvriendelijke manier te isoleren. Deelnemende gemeenten hebben deze ontheffing gekregen voor inwoners met een koophuis (geen huurwoning of appartement). Wij melden uw woning aan, zodat u gebruik kunt maken van deze ontheffing. Als uw gemeente geen ontheffing heeft, is het natuurlijk alsnog mogelijk om uw woning op een natuurvriendelijke manier te isoleren. Vraag hiernaar bij uw adviseur.

 

Natuurkalender

Het aanbrengen van vleermuis werende maatregelen moet plaatsvinden volgens en in overeenstemming met de natuurkalender.

Winterperiode

Vleermuizen zijn tussen 1 november en 1 maart inactief (vergelijkbaar met een winterslaap) en vliegen die maanden zelden uit om eten te zoeken. Het aanbrengen van vleermuis werende maatregelen kan dan wel, maar pas na 1 maart worden vleermuizen weer actief en kan een woning dan ook natuurvrij worden verklaard. Dieren kunnen in de winter het pand verlaten zodat zij indien gewenst naar vorstvrije winterverblijfplaatsen kunnen uitwijken.

Kraamperiode

In de kraamperiode (die globaal loopt van 1 april tot 1 augustus) als er nog geen ‘’vlieg vlugge’’ jongen zijn, is het natuurvrij maken onverantwoord en mag het niet plaatsvinden. Volwassen vleermuizen zullen het pand wel verlaten, maar de jongen blijven achter. Vleermuis werende maatregelen mogen dus niet worden aangebracht in de periode van 1 april tot 1 augustus. Ook in verband met het broedseizoen van vogels dienen de maatregelen voor 1 april te zijn aangebracht. 

Het natuurvrij maken van spouwmuren mag binnen de methodiek van het pre-SMP (soortenmanagementplan) uitsluitend door een erkend isolatiebedrijf plaatsvinden,

Het probleem van vleermuizen in combinatie met woningisolatie is dus een uitdaging die zowel ecologische als praktische overwegingen met zich meebrengt. Het is belangrijk dat huiseigenaren, aannemers en natuurbeschermers samenwerken om een balans te vinden tussen het verbeteren van de energie-efficiëntie van een woning en het beschermen van vleermuizen als belangrijke beschermde diersoort. Door zorgvuldige planning en het toepassen van vleermuis- natuurvriendelijke isolatiemethoden kan het mogelijk zijn om beide doelstellingen te bereiken zonder schade aan de vleermuizen of hun leefomgeving.

 

Vleermuizen en natuurvriendelijk isoleren

Het probleem van vleermuizen versus het isoleren van woningen speelt zich af op het snijvlak van natuurbehoud en woningverbetering. Vleermuizen zoeken vaak onderdak in de spouwmuren, daken of andere openingen van huizen, waar ze zich kunnen verstoppen en hun rustperiode doorbrengen. Dit is met name het geval bij oude woningen, die vaak scheuren, spleten of ongeïsoleerde ruimtes hebben waar vleermuizen zich kunnen nestelen.

Wanneer huiseigenaren besluiten hun woning beter te isoleren, bijvoorbeeld door het dichten van kieren of het aanbrengen van isolatiemateriaal in de muren en daken, kan dit onbedoeld de vleermuizen verstoren. Het afsluiten van de toegangspunten naar deze schuilplaatsen kan het voor vleermuizen moeilijk of zelfs onmogelijk maken om hun toevluchtsoord te vinden. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor hun populatie, vooral omdat vleermuizen belangrijke ecologische rollen vervullen, zoals het bestrijden van insectenplagen (zoals muggen en motten).

 

Wetgeving en bescherming van vleermuizen

In veel landen, waaronder Nederland, zijn vleermuizen beschermd onder de wet. Het verstoren van hun verblijfplaatsen kan juridische gevolgen hebben. Het is dus belangrijk om bij renovaties of isolatiewerkzaamheden rekening te houden met het mogelijke verblijf van vleermuizen. In sommige gevallen moet er eerst een professionele vleermuisinventarisatie worden uitgevoerd, en kan het nodig zijn om tijdelijke alternatieve huisvesting te bieden voordat isolatiewerkzaamheden plaatsvinden.

 

Oplossingen en alternatieven

Er zijn verschillende manieren om het probleem van vleermuizen te combineren met isolatie zonder de dieren te schaden:

Vleermuisvriendelijke / Natuurvriendelijke isolatie: Bij het isoleren van woningen kunnen natuurvriendelijke maatregelen worden genomen die het mogelijk maken om de toegang tot de woning af te sluiten zonder de vleermuizen te verstoren. Dit kan bijvoorbeeld door het aanbrengen van vleermuisvriendelijke afsluitingen, die hen in staat stellen om uit te vliegen, maar voorkomen dat ze opnieuw binnenkomen.

Vleermuisvolières: In sommige gevallen kunnen vleermuizen worden verplaatst naar een tijdelijke of permanente volière, een speciaal ontworpen schuilplaats die hen de benodigde bescherming en rust biedt. Deze volières kunnen strategisch rondom het huis worden geplaatst.

Isolatiewerken buiten het seizoen: Het beste moment om isolatiewerkzaamheden uit te voeren is buiten het vleermuisseizoen, wanneer ze niet actief zijn, meestal van eind oktober tot maart. Hierdoor wordt het risico op het verstoren van hun rustperiodes verminderd.

Gebruik van ecologische bouwmaterialen: Er zijn bouwmaterialen die specifiek ontworpen zijn om vleermuizen te helpen hun verblijfplaats te behouden, zelfs bij isolatiewerkzaamheden. Deze materialen houden rekening met de ruimte die vleermuizen nodig hebben om in en uit te vliegen.

 

Vleermuis-DNA verwijst naar het genetisch materiaal van vleermuizen, een van de meest diverse en succesvolle groepen zoogdieren op aarde. Vleermuizen behoren tot de orde Chiroptera, en hun DNA is interessant voor wetenschappers vanwege verschillende redenen, waaronder hun vermogen om te vliegen, hun unieke echolocatiesysteem en hun rol in de verspreiding van ziekten, zoals virussen.

Er zijn verschillende onderzoeksgebieden waarin vleermuis-DNA een rol speelt:

Evolutie en Genetische Diversiteit

Vleermuizen zijn een van de weinige zoogdieren die in staat zijn tot actief vliegen, en hun genetisch materiaal wordt bestudeerd om meer te begrijpen over de evolutie van deze bijzondere eigenschap. Genetische analyses helpen wetenschappers de evolutionaire geschiedenis van vleermuizen te reconstrueren en te begrijpen hoe verschillende vleermuissoorten zich hebben aangepast aan verschillende omgevingen en ecologische niches.

Immuunsysteem

Vleermuizen worden ook onderzocht vanwege hun opmerkelijke immuunsysteem. Vleermuizen zijn natuurlijke dragers van verschillende virussen (zoals het SARS-CoV-2 virus), maar ze vertonen vaak geen ernstige ziekteverschijnselen. Dit maakt vleermuizen tot een belangrijk onderwerp in het onderzoek naar immuniteit en de rol van het immuunsysteem bij het beheersen van virussen. Het DNA van vleermuizen wordt bestudeerd om te begrijpen waarom ze een grotere tolerantie hebben voor virussen in vergelijking met andere dieren.

Echolocatie en Zintuigen

Vleermuizen gebruiken echolocatie om zich te oriënteren in het donker. Door het DNA van vleermuizen te onderzoeken, kunnen wetenschappers beter begrijpen hoe deze dieren in staat zijn om zulke complexe zintuiglijke systemen te ontwikkelen. Er is bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de genen die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van hun gehoororganen, en hoe ze geluidsgolven gebruiken voor echolocatie.

Ziekten en Virusoverdracht

Vleermuizen staan bekend als natuurlijke reservoirs voor verschillende virussen, zoals het Ebola-virus, het rabiesvirus en de coronavirussen. Het bestuderen van hun genetica kan wetenschappers helpen begrijpen hoe deze virussen zich in vleermuizen ontwikkelen zonder ziektesymptomen te veroorzaken. Dit inzicht is cruciaal voor de volksgezondheid, omdat vleermuizen soms als tussenpersoon fungeren voor het overdragen van deze virussen op mensen of andere dieren.

DNA-methylatie en Genregulatie

Recent onderzoek heeft ook de nadruk gelegd op DNA-methylatie in vleermuizen. Dit is een proces waarbij chemische groepen zich aan het DNA hechten en de manier waarop genen tot expressie komen beïnvloeden. Dit kan helpen verklaren hoe vleermuizen in staat zijn om hun metabolisme, slaapcycli en andere fysiologische processen aan te passen aan hun nachtelijke levensstijl en vluchttijd.

Vleermuizen in Ecologie en Biodiversiteit

Vleermuizen spelen een belangrijke rol in ecosystemen door het bestrijden van plagen (door insecten te eten), het bevorderen van de bestuiving van bepaalde planten en het verspreiden van zaden. Genetisch onderzoek kan helpen om te begrijpen hoe vleermuizen zich aanpassen aan verschillende omgevingen en hoe ze interageren met andere diersoorten binnen hun ecosysteem.

Voorbeeld van Recent DNA-onderzoek:

Er zijn in de afgelopen jaren verschillende studies uitgevoerd die vleermuis-DNA gebruikten om nieuwe inzichten te krijgen. Zo werd bijvoorbeeld in een studie het genoom van de Little Brown Bat (Myotis lucifugus) volledig in kaart gebracht. Dit genoom bevatte waardevolle informatie over hun vermogen om te vliegen, hun immune reacties en zelfs hun buitengewone lange levensduur in vergelijking met andere zoogdieren van vergelijkbare grootte.

Een ander voorbeeld is de studie van vleermuizen die de SARS-CoV-2 virusstammen dragen. Genetische analyses helpen onderzoekers te begrijpen hoe het virus in vleermuizen evolueert, wat mogelijk van belang is voor het begrijpen van de oorsprong van pandemieën.

Toepassingen en Toekomstige Richtingen:

Gene Editing: Het bestuderen van vleermuis-DNA zou in de toekomst kunnen helpen bij het ontwikkelen van genetische bewerkingsmethoden, die bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden voor het bestrijden van ziekten of het verbeteren van de gezondheid van vleermuizen in gevangenschap.

Biodiversiteitsbehoud: Genetisch onderzoek kan bijdragen aan het behoud van bedreigde vleermuissoorten door beter te begrijpen hoe ze zich aanpassen aan veranderingen in het milieu en wat hun genetische zwaktes kunnen zijn.

Conclusie:

Vleermuis-DNA biedt wetenschappers waardevolle inzichten op het gebied van immunologie, ecologie, evolutie en virologie. Omdat vleermuizen een cruciale rol spelen in zowel de natuur als de gezondheid van de mens, blijft hun genetische materiaal een belangrijk onderzoeksgebied. Het begrijpen van de genetische basis van hun bijzondere eigenschappen kan ons helpen beter om te gaan met ziekteverspreiding, biodiversiteit en ecologische uitdagingen.

 

Gedragscode Natuurvriendelijk isoleren.

GEDRAGSCODE “ISOLATIE IN HUIS” VOOR NATUURVRIENDELIJK ISOLEREN

SPOUWISOLATIE: Maatregelen ter voorkoming van het doden en verstoren van beschermde vogels en vleermuizen volgens de Wet natuurbescherming (Wnb).

Wij maken de spouwen natuurvrij voor het starten van de spouwmuurisolatie als er openingen zijn bij het dak, via stootvoegen of kozijnen. Indien deze er niet zijn kan de aanwezigheid van vleermuizen worden uitgesloten. Het isoleren van spouwmuren melden wij, waar van toepassing, in de GIS-applicatie “Particuliere na-isolatie onder het pre-SMP” 48 uur voorafgaand aan het natuurvrij maken.

  1. Het plaatsen van vleermuis- en vogelwerende maatregelen, door het afdichten van kieren, gaten, et cetera die groter zijn dan 7 mm. De toegang tot de spouw via aangrenzende gebouwen of via het dak wordt afgesloten door middel van vleermuis werende voorzieningen. Dit zorgt ervoor dat de vleermuizen de ruimte wel kunnen verlaten, maar er niet kunnen terugkeren.
  2. De betreffende medewerkers zijn voor deze werkzaamheden gecertificeerd. Wij voegen de volgende onderdelen toe aan het dossier:
    a. De medewerker die het natuurvrij maken heeft uitgevoerd.
    b. Fotobewijs van het natuurvrij maken van de muren.
    c. Fotobewijs van het plaatsen van de compensatie.
    d. Bewijs als om technische redenen een uitsparing in de muur niet mogelijk is, en daarmee een vleermuiskast geplaatst is.
  3. Het aanbrengen van vleermuis- en vogelwerende maatregelen is toegestaan conform onderstaande Natuurkalender. Dit doen wij 5 dagen of meer voorafgaand aan het isoleren zodat vleermuizen de kans krijgen om te vertrekken. In de winterperiode moet echter de hele winter gewacht worden tot de spouw vleermuisvrij kan worden verklaard.
  4. Is de woning tijdig natuurvrij gemaakt, dan kan jaarrond worden geïsoleerd.

 

SPOUWISOLATIE: Compensatiemaatregelen ter beperking van het verlies van verblijfplaatsen van vogels en vleermuizen.

  1. De volgende regels zijn van toepassing. Is de spouw minder dan 8 cm diep of als de spouw dieper is dan 8 cm maar niet toegankelijk via openingen van maximaal 2 cm breed, dan geldt er geen compensatieverplichting voor vogels.
  2. Compensatieverplichting vogels: Per woning moeten twee vogelvoorzieningen worden geplaatst tenzij de bovenzijde van de spouw open is en blijft (en voor vogels toegankelijk is via de dakranden) en de spouw tot 10 cm onder de rand wordt gevuld. Zo blijft er ruimte om boven op de spouw te kunnen broeden.
  3. Compensatievereisten vleermuizen: Bij tussenwoningen moet per gevel een klein spouwverblijf van 30 x 30 cm worden gemaakt. Kan om technische redenen (met bewijslast via de meldingsapplicatie) geen klein spouwverblijf worden gerealiseerd, dan vervangen wij dit voor een vleermuiskast.
  4. Bij hoekwoningen en eindwoningen is één groot spouwverblijf van 100x100cm vereist. Kan om technische redenen geen groot spouwverblijf worden gerealiseerd dan mag dit worden vervangen door één middelgroot spouwverblijf (60×60 cm) met twee kleine spouwverblijven. Op die manier krijgt elke gevel een spouwverblijf. Een speciale inbouwkast heeft de voorkeur, als er geen uitsparing in de muur gecreëerd kan worden.
  5. In geval van een vrijstaande woning moet in de nok een groot spouwverblijf van 100 x 100 cm worden aangebracht. Wanneer om technische redenen geen groot spouwverblijf kan worden gerealiseerd, mag dit worden vervangen door één middelgroot spouwverblijf (60×60 cm) met drie kleine spouwverblijven (30×30) of als het niet anders kan een klein spouwverblijf per gevel, dus 4 verblijven van 30×30 cm. In het allerlaatste geval is een vleermuiskast per gevel een optie als om technische redenen (met bewijslast via de meldingsapplicatie) een spouwverblijf niet mogelijk is. Een speciale inbouwkast heeft de voorkeur, als er geen uitsparing in de muur gecreëerd kan worden.
  6. Is de hoekwoning of vrijstaande woning echter lager dan twee bouwlagen met een vliering (zoals een seniorenwoning) dan geldt de verplichting van een klein spouwverblijf per gevel. Ook hier geldt dat een spouwverblijf mag worden vervangen voor een vleermuiskast als een spouwverblijf om technische redenen niet kan (met bewijslast via de meldingsapplicatie).

Technische aspecten

  1. Een spouw-verblijf is een verblijfplaats die gemaakt wordt door bij de isolatie van spouwmuren een bepaalde ruimte vrij te houden van isolatiemateriaal. De spouwborstels (of andere technische oplossingen) moeten al het isolatiemateriaal tegenhouden.
  2. De spouw-verblijven worden gemaakt op het moment dat vleermuiswerende maatregelen worden aangebracht. Vleermuiswerende maatregelen mogen de toegang tot de spouw-verblijven niet belemmeren.
  3. Het spouw verblijf hoort aan de bovenzijde van de spouwmuur. We brengen bijvoorbeeld vanaf de bovenzijde een spouwborstel in een U-vorm in de spouw aan.
  4. Wij zorgen ervoor dat het spouw verblijf aan de bovenzijde openblijft zodat deze in verbinding staat met het dak. Is de spouw van de bovenzijde gesloten? Dan moet deze (als dat technisch mogelijk is), met een smalle sleuf van minimaal 20 mm breed x 50 mm lang, openen zodat het spouw-verblijf in verbinding komt met het dak.
  5. In de gevel wordt een opening gemaakt die toegang geeft tot het spouwverblijf. Deze opening heeft een afmeting van ongeveer 20 mm bij 50 mm. Deze opening kan bijvoorbeeld bestaan uit een open stootvoeg.
    1. We beoordelen of er technische redenen zijn om grotere spouw-verblijven eventueel te vervangen voor kleinere of voor vleermuiskasten.                                                                                   Bron;  Isolatieinhuis.nl